Pepijn Smit is artistiek leider van PS|theater. We spreken hem in het mooie pand van PS|theater in de Raamsteeg over hoe zijn liefde voor theater is ontstaan, waarom hij tijdelijk Leiden de rug toekeerde en hoe hij nu met zijn stadsgezelschap de verhalen van echte Leidenaren vertelt.
Veertien weken lang zetten we een Leidse ondernemer in de spotlights. Deze week: Pepijn Smit, artistiek leider van PS|theater, het stadsgezelschap van Leiden. Tekst: Vonk Tekst & Design – Foto: Fraukje Vonk Photography.
Heel vertrouwd, maar ook wel heel saai
Pepijn werd geboren in Zoeterwoude, maar vaker kon je hem vinden in Leiden, bij het familiebedrijf Smit. In de winkel aan de Lange Mare, waar zijn grootouders en ouders tapijten, gordijnen en zonweringen verkochten, groeide hij grotendeels op. Pepijn: ‘Op zaterdagmiddag verschenen de leverworst en de blokjes kaas op tafel. Het was allemaal heel vertrouwd. Maar toen ik naar de middelbare school ging, begon ik het eigenlijk ook gewoon heel saai te vinden in Leiden. Ik was gek op theater, en toen ik op mijn 16e de kans kreeg in Amsterdam mijn opleiding af te ronden op een school waar ik de havo kon combineren met een theaterklas, greep ik die kans natuurlijk met beide handen aan.’
Ellebogenwerk
Via wat omzwervingen kwam Pepijn op de Theaterschool aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten terecht, waar hij de opleiding tot Theaterdocent volgde. ‘Behalve dat ik daar veel over het theatervak leerde, leerde ik ook dat theater een heel verbindende kracht kan hebben, zowel bij de mensen die meedoen als bij het publiek. Als je het goed doet, kun je met theater voor even een soort stolp zetten over een plek waar je iets bijzonders deelt met elkaar. Dat kan in de schouwburg zijn, dat kan buiten zijn, of in een loods. Met dat gevoel – hoe vaag het toen nog was – wilde ik heel graag ook na mijn opleiding iets doen. Ik rondde mijn studie af en begon met werken, ik maakte voorstellingen, gaf les. Maar ik merkte ook dat je in Amsterdam behoorlijk je ellebogen moest gebruiken om in de culturele sector aan werk te komen. In Leiden was op dat moment een nieuw College samengesteld, dat meer belang hechtte aan cultuur. Er werd een cultuurmakelaar aangesteld, die zich er hard voor maakte dat jonge theatermakers zich aan de stad verbonden. Zo kwam zij ook bij mij terecht, of ik geen zin had om weer naar Leiden te komen. Ik herinnerde me het vooral als die saaie stad, dus het was niet meteen een volmondig ja. Maar ik realiseerde me ook dat het me de kans zou geven om datgene wat ik zo graag wilde op te gaan zetten in een omgeving die ik kende.’
Aan de hand van verhalen de stad rond
Zo verhuisde Pepijn in 2010 terug naar Leiden en begon hij met PS|theater. ‘Die naam had ik al verzonnen tijdens mijn opleiding, toen we voor een voorstelling een website moesten bouwen. Ik kon niet direct iets verzinnen, en besloot gewoon mijn initialen te gebruiken en daar ‘theater’ achter te zetten. Die naam bleef ik gebruiken en ik vroeg een team van theatermakers om met mij iets nieuws te beginnen. Omdat ik het wel belangrijk vond de stad opnieuw te leren kennen, hebben we ons eerste project daarop gericht. We noemden het ‘WVTTK’ – voor de niet-vergaderaars onder ons: dat staat voor Wat Verder Ter Tafel Komt. We hadden ergens een bakfiets op de kop getikt en een meubelmaker heeft daar voor ons een mooi blad overheen gemaakt, als een tafel. Daarmee stonden we ’s ochtends op het Stationsplein, en nodigden we mensen uit aan onze tafel voor een kop koffie met een koekje. We vroegen hen naar de meest unieke plek in de stad en hun verhaal bij die plek. Vervolgens gingen we dan met onze bakfiets naar die plek, en stelden daar mensen weer dezelfde vraag. Zo lieten we ons letterlijk de stad rondleiden. We ontmoetten heel veel mensen, kwamen op bijzondere plekken en hoorden prachtige verhalen. Die verhalen inspireerden ons heel erg en we dachten: als dit is wat er in de stad leeft, moeten we een vorm vinden om die verhalen met theater door te kunnen vertellen. Hiernaar zijn mensen nieuwsgierig, en niet alleen naar het repertoire theater dat je ook in de schouwburg kunt zien.’
Mijn hoop is dat mensen nieuwsgieriger worden naar elkaar
‘Die verhalen hebben we als uitgangspunt genomen om voorstellingen te gaan maken, en we hebben besloten die voorstellingen dan ook te spelen op bijzondere plekken in de stad. Dat idee zijn we verder uit gaan bouwen; vanuit de binnenstad zijn we ook naar buitenwijken gegaan, waar ook verhalen leven van mensen uit verschillende culturen en met verschillende achtergronden. Inmiddels tuigen we per jaar een project in een wijk op, maken we jaarlijks een grootschalige locatieproductie, organiseren we stadsdebatten, hebben we een jongerengezelschap, hebben we de parkeergarage aan de Lammermarkt geopend, en zijn we echt het stadsgezelschap van Leiden geworden. De stad Leiden is ons onderzoeksgebied, werkterrein, podium en onze partner. De verhalen zijn natuurlijk universeel, die spreken ook mensen uit een andere stad aan. Het gaat over hoe mensen samenleven, hoe ze wíllen samenleven, hoe ze zich verhouden tot elkaar. Mijn hoop, mijn grote drijfveer is dat mensen nieuwsgieriger worden naar elkaar, meer begrip krijgen voor elkaar. Vrij idealistisch. Maar daar doe ik het voor.’
De schmink prikte zo in mijn ogen
Het moment dat theater een rol ging innemen in het leven van Pepijn weet hij zich nog heel goed te herinneren: ‘In mijn basisschooltijd zat ik bij de scouting. De scoutinggroep bestond 50 jaar en we organiseerden een musical in de botenloods. Ik mocht meespelen in de musical, en na afloop kon ik alleen nog maar huilen. Het had op één of andere manier zo’n indruk op me gemaakt. Ik begreep zelf eigenlijk helemaal niet wat er met me gebeurde, en toen mijn moeder vroeg waarom ik zo moest huilen, gebruikte ik maar het smoesje dat de schmink zo prikte in mijn ogen. Dat moment weet ik nog zo goed, er gebeurde iets met me door dat spelen, dat er mensen naar keken, dat je daarmee iets kan vertellen. Toen is er bij mij iets opengegaan dat nooit meer is dichtgegaan.’
Theatertje spelen, maar wel heel serieus
‘Op de middelbare school hadden we een schooltheatergroep met een regisseuse die wij een beetje ouderwets vonden. Wij – 16 pubers – bedachten toen dat we het zelf beter konden. Dat ging wonderwel heel gedisciplineerd. Zes jaar lang kwamen we elke zondag bij elkaar in het toenmalige LAKtheater. We mochten daar repeteren en zij waren zo gek om ons één keer per jaar te programmeren. Met die hele hechte vriendengroep maakten we voorstellingen over thema’s die ons bezighielden. Dat waren natuurlijk puberthema’s, maar we hebben bijvoorbeeld ook eens een Charles Dickens-verhaal bewerkt. We stelden iemand verantwoordelijk voor de kostuums, iemand voor het decor, een ander voor de financiën. Zo waren we theatertje aan het spelen, maar we namen het wel heel serieus. Ik kon daar gigantisch mijn ei in kwijt, juist omdat we het allemaal zelf deden. Dat is ook waarom we met het jongerengezelschap PS|jong zijn gestart. Zij leren niet alleen over acteren, maar ook over het schrijven van teksten, het ontwerpen van licht en decor, het verzorgen van publiciteit en het verzamelen van verhalen in de stad ter voorbereiding op de voorstellingen. Dat soort leer je niet per se op de theaterschool.’
Overmand door trots
‘Ik kan inmiddels wel wat beter omgaan met het prikken van de schmink in mijn ogen. Maar het idee dat ‘hét’ er ineens is, dat iets waar je weken keihard voor werkt en waarvan je drie dagen van tevoren nog denkt ‘dit gaat ‘m niet worden’, er toch ineens staat, dat is iets waanzinnigs. Toen, bij de scouting, ging het heel erg over mij, gelukkig gaat het nu vaak over de ander. Maar met een première of een laatste voorstelling kan ik het moeilijk droog houden. Dan ben ik zo overmand door trots op hoe we dat als team voor elkaar hebben gekregen.’
Misschien is Leiden toch niet zo saai
‘Ik denk dat de stad echt wel veranderd is, maar natuurlijk ben ik ook zelf heel erg veranderd. Ik was een echte dromer als puber, die soms hele parallelwerelden creëerde. Ik sta nu iets meer met beide benen op de grond en daar past Leiden heel erg goed bij. Toen ik net weer terug was in Leiden en we met die bakfiets rondreden, kon ik echt van m’n fiets vallen van de mooie plekken die we ontdekten. Dat zag ik helemaal niet, als puber. Toen zag ik alleen dat je op het Waterlooplein coole Dr. Martens kon kopen. Nu zie ik die mooie stad Leiden die zoveel ontwikkelingen doormaakt, die stad waar parels van verhalen erop wachten om verteld te worden.’
Wil je meer weten over het PS|Theater? Kijk dan even op www.pstheater.nl. Natuurlijk kun je ook gewoon een voorstelling bezoeken! Op 8 april, 6 mei, 3 juni, 7 oktober en 4 november spelen de makers van PS|theater de voorstelling ‘Vergeet-me-niet #2’, waarmee ze verhalen van doodgewone Leidenaren redden van de vergetelheid. Voor meer informatie: www.pstheater.nl/agenda/vergeet-me-niet.
De serie “Leidse Ondernemers in Beeld” is een initiatief van Vonk Tekst & Design en Fraukje Vonk Photography. Wil jij jouw verhaal ook in beeld gebracht? Voor 225 euro* word je geportretteerd, in beeld en tekst. En daar hoef je natuurlijk geen Leienaar voor te zijn!
* Prijzen zijn exclusief 21% BTW en reiskosten buiten Leiden.
Eerder spraken wij met ondernemers Sandra Oexman van Kwispelcollege, Lieke Bodde van Results! Personal Training, Tommy Hopstaken en Jochem Haverhoek van Escaperoom Leiden, Jan Stroomer, zanger, pianist, songwriter en producer, Hans Lardee van Meneer Janssen, Benjamin Wegman en Frans Meij van Brouwerij Pronck, Sanne van de Berg, petpreneur, Kasper Richmond en Robbert Zuijderwijk, de eigenaren van EasyFiets, Yvette Kortekaas, Beebox-ondernemer en Ramon Caljouw van VerPot.nl, Berdi Schouten & Nienke Middelweerd van Kleedvermaak en Tenny Jonkers-Weijnen, eigenaar van Tender Nabestaandenzorg en Tender Seniorenondersteuning en Reisconsulent.