Naar schatting* heeft ruim één op de honderd kinderen een autismespectrumstoornis (ASS). Maar wat is dat precies? En wat is het verschil tussen Klassiek Autisme, Asperger en PDD-NOS? Als moeder van een jongen met een autismespectrumstoornis heb ik me jarenlang verdiept in het onderwerp. Ik pretendeer zeker geen deskundige te zijn, maar een klein beetje ervaringsdeskundige durf ik mezelf wel te noemen. Aan de hand van tien vragen zal ik proberen een klein beetje inzicht te geven in het fenomeen ‘autisme’. Deze week vraag 4.
Zijn alle kinderen met autisme stil en in zichzelf gekeerd?
De mate waarin en de manier waarop een kind met autisme contact legt, kan per kind, per sitatie en per periode in het leven verschillend zijn. Er zijn kinderen die zelf geen contact leggen en ook niet reageren op uitnodiging van anderen. Een andere groep reageert wel op contact maar zoekt het zelden zelf. Ze doen wat van hen verwacht wordt, maar nemen geen initiatief. Een derde groep zoekt wel actief contact, maar op een manier die vreemd overkomt; ze hebben weinig gevoel voor sociale grenzen en het contact is niet wederkerig. Kinderen met de nodige intellectuele capaciteiten weten zichzelf op den duur sociale regels aan te leren. Hun gedrag komt dan stijf en formalistisch over; ze redden zich in het sociale leven door hun hoofd te gebruiken, maar de intuïtie om de nuances aan te voelen, ontbreekt.
In de praktijk
Lorna Wing, een Brits psychiater en arts, heeft een indeling gemaakt op basis van de manier waarop mensen met een autismespectrumstoornis contact leggen. Zij onderscheidt de inalerte groep (‘aloof’, gaan geen contact aan), de passieve groep (wenden zich niet spontaan tot een ander maar reageren wel op uitnodiging van anderen) en de actieve-maar-bizarre-groep (active-but-odd). Deze laatste groep zoekt wel contact, maar op een indringende bizarre wijze met vreemde en stereotiepe vragen en blijft doorpraten over een favoriet onderwerp en contact wordt gekenmerkt door eenrichtingsverkeer.
Ik ben geen wetenschapper, maar toen ik hoorde dat Jesse autisme had, heb ik niet lang na hoeven denken in welke groep hij zou vallen… Hij zoekt absoluut contact, en zonder grenzen. Gelukkig telt de Hema in Leiden vele kassa’s en nog meer caissières, dus die ene dame die uitgebreid verslag is gedaan over de vorm van mijn bikinilijn kan ik vrij eenvoudig ontwijken. En die ober die Jesse bij ons aan tafel uitnodigde voor een spelletje was best leuk, dus daar doen we ook niet moeilijk over. Eigenlijk doe ik er helemaal niet meer moeilijk over…
Meer lezen? Check mijn blogposts over ‘Planet Jesse‘ of bestel een exemplaar van het boek ‘Planet Jesse‘.
* De Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA) heeft artikel gepubliceerd waarin ze de CBS-schatting bespreekt. Volgens het CBS hanteert 3%, ik heb hier de cijfers van internationaal onderzoek aangehouden.