Vandaag vieren we 80 jaar vrijheid. De afgelopen vier dagen heb ik het verhaal van mijn oma Jitty gedeeld – een verhaal dat te belangrijk is om te vergeten.
Jitty en Ali. Twee zussen geboren in het vooroorlogse Rotterdam. Twee van de 78.000 daklozen als gevolg van het bombardement. Twee gewone mensen in een buitengewone tijd.
Hun verhaal begon met “Eruit meiden, ik weet niet wat er aan de hand is maar het is fout!” – de woorden waarmee hun vader hen uit bed trommelde toen de Duitse invasie begon.
Het ging verder met: “Van ons huis waren alleen vier muren over, en een diepe put waar een hoop rommel in lag.” – de realiteit waarmee ze geconfronteerd werden na het bombardement.
Hoe pijnlijk toen oma vertelde: “Ik schiet nog vol als ik eraan denk hoe hij stond in die gang, die gekke gozer: ‘Zeg dat het niet waar is’. Maar het was wel waar…” – over haar broer die hoorde dat hun moeder was overleden.
En het eindigde met: “De Duitsers waren weg, de angst was weg, die gekke rotte vliegtuigen waren weg. De herrie van vliegtuigen… Vandaag de dag nog steeds sla ik mijn handen voor mijn oren als ik een vliegtuig hard hoor bulderen.” – de blijvende littekens van oorlog.
Een zoektocht door verleden en heden
In mei 2014 heb ik hun verhaal mogen optekenen, kort voordat de laatste van de twee zussen overleed. Na hun overlijden ben ik samen met mijn zus Fraukje op zoek gegaan naar de plekken waar ze over vertelden. Gewapend met camera, vergiet (ja, echt!) en een oud stadsplan trokken we door Rotterdam.
We bezochten de plekken waar ze bang waren geweest, maar ook plekken waar ze tranen hadden gelachen en waar ze liefde hadden gevoeld. Want dat werd ook duidelijk uit hun verhaal: ondanks de oorlog ging het gewone leven door.
Door ons letterlijk in hun voetstappen te verplaatsen, realiseerden we ons des te meer hoe weinig er van het oude Rotterdam is overgebleven en wat een doodsangsten ze moeten hebben uitgestaan toen ze tussen al die bombardementen van hot naar her vluchtten.
Verhalen blijven vertellen
Nu, tachtig jaar na de bevrijding, lijken deze verhalen soms uit een andere wereld te komen. Maar voor mijn oma was het de realiteit van haar jeugd – een realiteit waarin miljoenen mensen ook vandaag nog leven. In Gaza, Oekraïne, Soedan en zoveel andere plekken op aarde.
Ik ben dankbaar dat oma haar verhaal heeft gedeeld, want alleen door te blijven vertellen, kunnen we begrijpen wat oorlog écht betekent voor gewone mensen. En misschien, hopelijk, leren we ooit dat het nooit een oplossing is.
“Doe nou maar gewoon”, zou mijn oma misschien gezegd hebben als ze wist dat ik haar verhaal zou delen. Maar met dit boekje over een ‘gewone’ oma willen we de wereld nog eens laten zien hoe erg het is om in oorlog te moeten leven, en dat ze voor ons allesbehalve een ‘gewone’ oma was.
Hier kun je de hele serie nog eens lezen:
- Deel I: De invasie en het bombardement
- Deel II: Alles kwijt
- Deel III: Angst en overleving
- Deel IV: Naar de bevrijding
Of bekijk het hele verhaal in boekvorm:
- Blader door de pdf van het boek
- Bekijk hoe we ‘Oma Vertelt’ in beeld hebben gebracht
- Bestel je eigen exemplaar
Dankwoorden van twee trotse kleindochters
Lieve oma,
Dankjewel voor het delen van je verhaal. Ik heb niet alles wat je hebt verteld in het verhaal op kunnen nemen, er is zo vreselijk veel gebeurd. Ik weet dat je het niet graag over de oorlog had: “De oorlog? Dat is al zo lang geleden, daar ga ik niet meer om treuren hoor”, zei je dan. Dat maakt me extra dankbaar dat je toch je verhaal hebt gedeeld, en dat ik het weer door heb mogen vertellen. Ook vind ik het heel bijzonder dat ik met mijn zus door jouw verleden in Rotterdam heb kunnen wandelen, dat we ons beseften wat de kern van vluchten is, en hoe vreemd het voor je heeft moeten zijn in het naoorlogse Rotterdam weinig meer van je jeugd terug te vinden. Mijn woorden, Frauk’s beelden in één boek, voor jouw dochter en voor wie het verder maar lezen wil. Want hoe lang geleden ook, het verhaal moet verteld blijven worden, steeds weer. Opdat het nooit meer zal gebeuren…
Je kleindochter, Femmelientje
* – * – *
Lieve omi omi,
Je vertelde bijna nooit iets over de oorlog. Af en toe kregen we een hint, bijvoorbeeld wanneer er een lawaaierig vliegtuig overkwam of wanneer er een harde vuurwerkklap klonk. Die gruwelijke oorlog, die kende ik vooral uit de geschiedenisboeken en verhalen van vreemden. Jij wilde die pijnlijke tijd liever achter je laten, en hoe kan je zoiets gruwelijks ook goed in woorden uitdrukken? Daarom zijn wij (Fem en ik, maar vele mensen met ons) je geweldig dankbaar dat je toch een deel van je verhaal hebt verteld. Op jouw eigen droge en realistische manier, met jouw humor. En op die manier zijn Fem en ik ook jouw verhaal ingestapt, vanaf de Watertoren kriskras door Rotterdam, met Google Maps, camera en vergiet. Door ons letterlijk in jouw voetstappen te verplaatsen, realiseerden we ons des te meer hoe weinig er van het oude Rotterdam is overgebleven en wat een doodsangsten je moet hebben uitgestaan toen je tussen al die bombardementen van hot naar her vluchtte.
“Doe nou maar gewoon”, zou je misschien gezegd hebben. Maar met dit boekje over een ‘gewone’ oma willen we de wereld nog eens laten zien hoe erg het is om in oorlog te moeten leven, en dat je voor ons allesbehalve een ‘gewone’ oma bent.
Tot later. Pauk.
Ontzettend gaaf! Ik probeer al jaren (tevergeefs) mijn opa aan het praten te krijgen. Mijn interesse in De Tweede Wereldoorlog heeft me helaas niet bepaald dichterbij m’n opa gebracht. Ik kan al zijn leed begrijpen maar echt weten, dat niet.