Een willekeurige middag op de naschoolse opvang. Jesse hangt de clown uit, waar hij erg goed in is. De andere kinderen vinden dit prachtig. Tot een zekere hoogte. Dan wordt het minder leuk, het wordt vervelend, het wordt irritant.
‘Jesse, hou op!’ helpt niet. Jesse houdt niet op. Hij vindt het leuk, dus is het toch leuk? Hoe kan het nou dat andere kinderen het niet leuk vinden? Jesse gaat door. Tot hij een klap krijgt van een vriendje. Hij is gekwetst tot in het diepst van zijn ziel. Hij heeft geen enkel benul waar die klap nou goed voor was. Hij loopt stampvoetend weg, naar buiten, door de deur met raam en plettert de deur dicht… ruit stuk!
Uiteraard kan het ieder kind gebeuren dat hij uit frustratie iets (per ongeluk) stuk maakt, en ook mijn kind moet leren om te gaan met zijn frustratie. Maar inzicht in zijn denken, in het gebrek aan inlevingsvermogen, helpt mij wel om mijn focus te verleggen. In plaats van direct te focussen op het anders omgaan met woede, zal ik eerst een stap terug moeten doen. Want iemand die in de veronderstelling is uit het niets een klap te krijgen, zal meer moeite hebben met die frustratie om te gaan, dan iemand die begrijpt waarom die klap er ineens was.
Een schone taak voor een in aanleg ongeduldig mens… ik begin langzaamaan te geloven dat het leven ons toch echt iets te leren heeft…
Meer weten?
Deze post is een onderdeel van een serie. Weten hoe het begonnen is en hoe het verder gaat? Lees meer hierover in de korte inleiding.